Hieronder ziet u een aantal intelligentietest opgaven. Deze test kent geen tijdslimiet,
u mag er dus net zo lang over doen als u wilt. Bedenk echter dat in een echte
testsituatie u meestal een beperkte tijd heeft voor de opgaven. Een goede indicatie
voor onderstaande test is wat dat betreft maximaal een kwartier. Als u in een kwartier
rond de vijftien opgaven goed heeft beantwoord, dan is uw score redelijk tot goed te
noemen. In het boek het psychologisch onderzoek vindt u alle opgaven terug met
uitleg. Ook vindt u daar nog ruim 200 andere opgaven met uitleg.
Onderaan de test kunt u uw uitslag zien door op de score-knop te klikken.
Veel succes!

Rekenkundige Opgaven
Dynamische Afbeeldingen
Rekenvaardigheids Opgaven
Syllogismen Opgaven

 



Hieronder ziet u een aantal rekenkundige reeksen. De bedoeling is dat u bij elke reeks aangeeft wat het volgende getal moet zijn.


Vraag 1 (Rekenkundig)

 


1 - 2 - 3 - 5 - 8

 

10

11

12

13


Vraag 2 (Rekenkundig)

 


1 - 2 - 5 - 7- 10

 

12

13

15

11


Vraag 3 (Rekenkundig)

 


23 - 18 - 36 - 46 - 41

 

82

92

48

32


Vraag 4 (Rekenkundig)

 


12 - 3 - 18 - 9 - 24 - 7

 

32

69

30

81


Vraag 5 (Rekenkundig)

 


100 - 56 - 20 - 60 - 4 - 64

 

0,8

68

87

1,6



Hieronder ziet u per opgave steeds een reeks van vier afbeeldingen. Deze afbeeldingen vertonen ten opzichte van elkaar een bepaald verband. De bedoeling is dat u bij elke reeks aangeeft welk alternatief de gegeven reeks voortzet.


 

Vraag 6 (dynamische-afbeeldingen)

 


 


Vraag 7 (dynamische-afbeeldingen)

 


 


Vraag 8 (dynamische-afbeeldingen)

 


 


Vraag 9 (dynamische-afbeeldingen)

 


 


Vraag 10 (dynamische-afbeeldingen)

 


 



Hieronder vindt u een vijftal opgaven dat representatief is voor rekenvaardigheidstests.


 

Vraag 11 (Rekenvaardigheid)

 


0,08 : 0,08 = ?

 

0,0064

64

0,01

1


Vraag 12 (Rekenvaardigheid)

 


2 ons + 2 gram + 2 kilo = ? kg

 

2,202

2,220

2,222

2,022


Vraag 13 (Rekenvaardigheid)

 


0,9237 + 0,01875 = ?

 

0,49254

0,94255

0,94245

0,094255


Vraag 14 (Rekenvaardigheid)

 


? : 5 = 0,01

 

1/20

0,5

1/10

5/25


Vraag 15 (Rekenvaardigheid)

 


Een stik grond van 4 bij 4 meter is ? x een stuk grond van 8 x 8 meter.

 

1/2

1/8

1/6

1/4



Hieronder ziet u een aantal syllogismenopdrachten. U krijgt steeds twee uitspraken. De bedoeling is dat u op grond van beide uitspraken een logisch ware conclusie trekt.


 

Vraag 16 (syllogismen)

 


a. Alle muzikanten zijn lafaards.
b. Kees is muzikant.

 

Sommige lafaards zijn muzikanten

Kees is een lafaard

Kees is geen lafaard

Kees is geen muzikant


Vraag 17 (syllogismen)

 


a. Alle automobilisten zijn milieuverontreinigers.
b. Alle wasmiddelen zijn milieuverontreinigers.

 

Sommige was-middelen zijn milieu-verontreinigers

Alle auto-mobilisten zijn wasmiddelen

Geen auto-mobilist is een wasmiddel

Geen valide conclusie is mogelijk


Vraag 18 (syllogismen)

 


a. Sommige knuppels zijn doemdenkers.
b. Alle doemdenkers zijn politicus.

 

Alle politici zijn doemdenkers

Sommige doem-denkers zijn geen politicus

Sommige knuppels zijn politicus

Sommige knuppels zijn geen politicus


Vraag 19 (syllogismen)

 


a. Een bukkelpup is geen fliptop.
b. Sommige fliptoppen zijn triangels.

 

Geen fliptop is een triangel

Sommige triangels zijn geen bukkelpuppen

Geen fliptop is een bukkelpup

Sommige bukkel-puppen zijn geen triangels


Vraag 20 (syllogismen)

 


a. Alle psychologische tests zijn onzinnige dingen.
b. Geen psychologische test is een valide instrument.

 

Geen onzinnig ding is een valide instrument

Geen valide instrument is een onzinnig ding

Sommige onzinnige dingen zijn geen valide instrument

Geen valide conclusie is mogelijk